Daf 66 Marathon 1300
Geplaatst: 13 apr 2018, 11:31
In 1973 kwam Daf’s sportiefste ooit op de markt. Een Marathon uitvoering was er eerder als Daf 55, met een kleine 60 PK, bredere wielen en de kenmerkende striping, maar deze had de 1100 cc viercilinder van Renault. De 66 Marathon kreeg van dezelfde fabrikant een 1300 cc versie achter de dubbele koplampen, het vermogen kwam daarmee op… 57 PK. De winst zat dus vooral tussen de oren. En tussen de stoelen, want op die plek monteerde men in Born een heuse middenconsole rondom het pientere pookje. Wel met blinde gaten, waarvoor je nog wat metertjes kon bijbestellen. Of later zelf monteren. De diepgewortelde Hollandse zuinigheid maakte zelfs geen uitzondering voor ‘s lands topmodel. Doe maar gewoon.
Maar zelfs deze doorontwikkelde en veel sportievere versies van wat oneerbiedig de truttenschudder werd genoemd hielpen Daf niet meer van zijn imago af. Want aan het merk hing al vanaf de eerste Daf 600 uit 1958 een hardnekkige en penetrante spruitjeslucht. Daf creëerde hiermee ongewild een niche: de gerontomobiel. Nog eens versterkt door het feit dat je een poosje een nieuwe Daf kon kopen inclusief 12 gratis rijlessen, waarbij je het speciale automaat-examen in je eigen auto mocht afleggen. In hun drift om aan te tonen dat het inventieve pookje autorijden makkelijker dan ooit en voor iedereen bereikbaar maakte stuurde onze nationale trots goedbedoeld net even teveel gammelen en klunzen de weg op met hun bijzondere product.
Erg jammer, want zeker een versie als de 66 Marathon stond inmiddels een heel eind af van hoe iedereen Daf onterecht bleef bestempelen: fijn dat er ook iets voor bejaarden en prutsers is. Hij was “bescheiden vlot” (0-80 km/u in dik 10 seconden: een Citroën 2CV deed daar zowat een heel weekend over) en had een topsnelheid van zo’n 140 km/u. Het liefst wel vooruit, want als je dat achteruit probeerde te halen brak je wel alle records, maar waarschijnlijk ook het een en ander aan straatmeubilair, je trots en als het heel erg tegenzat een paar botten.
De 66 Marathon had met zijn De Dion achteras aanmerkelijk betere rijeigenschappen dan zijn voorgangers en door het hogere koppel was deze 1300 ook veel soepeler en stiller dan de 1100 cc versie. De combinatie van die 1300 cc met de CVT was een fijne, duidelijk hoorbaar aan de blij joelende riemen als het gaspedaal, al of niet per ongeluk, eens flink gevloerd werd.
Dan doe je al gek genoeg, met een De Dion achteras, gelaagde voorruit en stoelen met hoofdsteunen, de zogenaamde nonnenkapstoelen. Het beste dat Daf op dat moment te bieden had, leverbaar als sedan, coupé of stationwagen. Ontworpen door Michelotti was dit ook het laatste type dat de merknaam Daf zou dragen voordat Volvo vanaf 1975 de 66 onder hun eigen naam in de prijslijst zette, na de inlijving van Daf. Volvo monteerde er ook grotere bumpers op en dat kwam goed uit. Ze veroorzaakten namelijk indirect best wat kleine schades omdat de Zweden in hun versie een pookje monteerden dat je naar achteren moest bewegen om vooruit te rijden en naar voren om hem in zijn achteruit te schakelen. In de Daf was dat altijd andersom geweest en die gewoonte leerden sommigen maar moeilijk af…
Daar hadden de bezitters van de Marathon 1300 nog geen last van, Hub van Doorne’s huzarenstukje werkte simpel: pookje vooruit is vooruitrijden en pookje achteruit, je raadt het nooit, is de andere kant op. Heb je geen ezelsbruggetje voor nodig. Vervolgens had je in beide richtingen oneindig veel verzetten tot je beschikking, die door middel van twee riemen (de jarretels, in de volksmond) de achterwielen aandreven. En met succes, want zowel in de formule 3 als in diverse rally’s was Daf prominent aanwezig en bewees zodoende de betrouwbaarheid van de CVT. Een equipe van 2 Dafjes 55 reed in 1968 zelfs de loodzware London-Sydney Marathon uit en stonden zodoende aan de basis van de Marathon modellen.Maar zelfs deze doorontwikkelde en veel sportievere versies van wat oneerbiedig de truttenschudder werd genoemd hielpen Daf niet meer van zijn imago af. Want aan het merk hing al vanaf de eerste Daf 600 uit 1958 een hardnekkige en penetrante spruitjeslucht. Daf creëerde hiermee ongewild een niche: de gerontomobiel. Nog eens versterkt door het feit dat je een poosje een nieuwe Daf kon kopen inclusief 12 gratis rijlessen, waarbij je het speciale automaat-examen in je eigen auto mocht afleggen. In hun drift om aan te tonen dat het inventieve pookje autorijden makkelijker dan ooit en voor iedereen bereikbaar maakte stuurde onze nationale trots goedbedoeld net even teveel gammelen en klunzen de weg op met hun bijzondere product.
Erg jammer, want zeker een versie als de 66 Marathon stond inmiddels een heel eind af van hoe iedereen Daf onterecht bleef bestempelen: fijn dat er ook iets voor bejaarden en prutsers is. Hij was “bescheiden vlot” (0-80 km/u in dik 10 seconden: een Citroën 2CV deed daar zowat een heel weekend over) en had een topsnelheid van zo’n 140 km/u. Het liefst wel vooruit, want als je dat achteruit probeerde te halen brak je wel alle records, maar waarschijnlijk ook het een en ander aan straatmeubilair, je trots en als het heel erg tegenzat een paar botten.
De 66 Marathon had met zijn De Dion achteras aanmerkelijk betere rijeigenschappen dan zijn voorgangers en door het hogere koppel was deze 1300 ook veel soepeler en stiller dan de 1100 cc versie. De combinatie van die 1300 cc met de CVT was een fijne, duidelijk hoorbaar aan de blij joelende riemen als het gaspedaal, al of niet per ongeluk, eens flink gevloerd werd.