Het begon allemaal in september 1951 in New York. Hier kreeg ontwerper Harley Earl, geïnspireerd door een racewedstrijd, een idee voor een gloednieuwe sportauto. Na een prototype in september 1952, maakte de Corvette in januari 1953 zijn publieksdebuut op de Motorama Show. Door de vele overweldigende reacties kwam de auto al zes maanden later op de markt. Op 30 juni 1953 reed de eerste Corvette de fabriek uit. Een legende was geboren!
De voorkant werd gesierd door een verchroomde grill die geïnspireerd was op een roofdier en de door roosters beschermde koplampen. De carrosserie was voor het eerst in een productieauto van glasvezel, wat niet alleen lichter was maar wat ook de ontwerpers meer vrijheden gaf.
Aan de achterkant had de auto kleine staartvinnen, waarvan Harley Earl overigens de bedenker was. De voorruit was aan de zijkanten omgebogen waardoor de auto niet beschikt over tochtraampjes. In het interieur had de Corvette een in de carrosserie kleur gelakt dashboard dat vrijwel symmetrisch was, afgezien van de enorme kilometerteller aan de bestuurderszijde.
Ondanks het mooie design ging het de Corvette de eerste twee jaar niet voor de wind. De auto was langzaam vergeleken met de concurrentie door een automatische versnellingsbak met maar twee versnellingen en de zwakke motor. Ook de remmen en de wegligging hielden niet over. De verkopen liepen terug en GM heeft er zelfs aan gedacht om de productie stop te zetten. Gelukkig dachten de in 1953 aangetrokken Rus Zora Arkus-Duntov en GM’s hoofd technische ontwikkeling Ed Cole hier anders over. Zij besloten de auto meer kracht te geven en daarom werd in 1955 de 6-cilinder vervangen door een 4.3 liter small-block V8 met 195 pk. Na een aantal aanpassingen in het chassis werd in 1957 de motor zelfs vergroot tot 4.6 liter en met behulp van een nieuw injectiesysteem was er nu 283 pk beschikbaar. Een sprintje naar de 100 km/u kostte nu nog maar 7 seconden, wat zelfs vandaag de dag nog heel behoorlijk is. De krachtigste C1 stamt overigens uit 1962, toen de 5.3 liter V8 een monsterlijke 360 pk produceerde.
In 1956 kreeg de Corvette een ingrijpende make-over. De staartvinnen verdwenen en er verschenen de bekende inkepingen achter de voorwielen. Ook werd de tweekleurige lak geïntroduceerd. Elektrische ramen en een hardtop dakje werden als opties leverbaar. Dit werd een jaar later aangevuld met een handbak en een verbeterde wielophanging.
De koplampen werden in 1958, vervangen door dubbele exemplaren. Opvallend is dat de vier ronde achterlichten die nu zo kenmerkend zijn voor de Corvette pas in 1961 geïntroduceerd zijn.
De versie die tussen 1956 en 1958 is gebouwd is wat mij betreft één van de mooiste auto’s die er ooit zijn gebouwd. De enkele koplampen en de beroemde inkepingen in de flanken, die in een contrasterende kleur zijn gespoten maken de auto helemaal af.
Uiteindelijk is de C1 tot 1962 geproduceerd toen hij opgevolgd werd door de C2. In totaal zijn er 69.000 van de band gerold en is de auto ondanks zijn moeilijke start toch een succes geworden.
