Voor onderweg echter is het verstandig, een reserve V-snaar mee te nemen (thuis controleert u natuurlijk of u de juiste maat bij u heeft!), reserve contactpunten, minimaal één liter olie van het merk en dikte die u ook in de motor heeft, ’n reservewiel (dat ‘op spanning’ is gebracht) is onmisbaar. Verder zorgt u er natuurlijk voor dat u nog een aantal reserveonderdelen meeneemt (water- en kachelslangen, benzineslang en slangklemmen), een compacte gereedschapset (vooral als u met een Britse klassieker op stap bent), toevoeging voor de benzine (en dat gaat u voor de beste, die van Millers Oils!), zekeringen, lampjes, stekkertjes. Ook niet onbelangrijk zijn bijvoorbeeld een groene kaart, maar ook (actuele) wegenkaarten, sluit een (doorlopende) reis- en annuleringsverzekering, ’n Europees schadeformulier. Laat u iemand anders uw klassieker naar uw vakantieadres brengen, dan is het raadzaam die te machtigen. In geval van pech dient u echter wel zelf te zorgen voor de hulpverlening, want in bijna alle gevallen is de breakdown service persoonsgebonden…
Weet wat uw oldtimer aan kan
De Nederlandse wegen zijn natuurlijk de perfecte omgeving voor iedere oldtimer, maar wellicht trekt u voor uw vakantie de Europese bergen in of zoekt u de warmte op in het zuiden.
In alle gevallen is het zaak om vooraf de route goed uit te stippelen en er rekening mee te houden dat de wegen lang niet overal zo goed zijn onderhouden als in Nederland. Bedenk daarnaast van tevoren of uw oldtimer steile bergpassen ook echt aan kan en pas uw rijstijl uiteraard op deze omstandigheden aan.
Met alle bovengenoemde tips verkleint u het risico op grote problemen aanzienlijk. Uiteraard biedt dit helaas geen garantie. Daarom is het belangrijk om te controleren of uw oldtimerverzekering u ook bij calamiteiten in het buitenland goed dekt en de gewenste extra service biedt, zoals een haal- en brengservice.