Voordat je een klassieke gaat kopen voor restauratie, doe je er goed aan eerst een hoop kennis te vergaren over het merk en type auto waar je voorkeur naar uitgaat. Tevens is het een goede zaak om je eigen vaardigheden op diverse gebieden goed in te schatten.
Want bij de restauratie van een klassieker komen nogal wat vaardigheden kijken. Waarbij bijvoorbeeld plaatwerken, het lassen van autoplaatwerk en het spuiten van een mooie strakke laklaag een paar vaardigheden zijn waar niet iedereen over beschikt.
En wanneer je kennis van autotechniek niet heel erg hoog is, dan kun je beter besluiten het restaureren van een Volkswagen Kever ter hand te nemen in plaats van de restauratie van bijvoorbeeld een Rolls Royce. Een auto die technisch vele malen ingewikkelder in elkaar zit dan de zojuist genoemde Volkswagen Kever.
Auto's als een Volkwagen Kever, een Triumph Spitfire, een Volvo Amazone en een Land Rover zijn voorbeelden van auto's die technisch dermate eenvoudig in elkaar zitten je tijdens de restauratie van een dergelijke auto wel leert hoe iets moet. Handigheid en een goed gevoel voor techniek brengt je met dergelijke auto's al een heel eind.
Dus je doet jezelf al een heel groot plezier en de kans op slagen van een restauratie neemt zienderogen toe, wanneer je een klassieker voor restauratie gaat kopen die bij jouw technische vaardigheden van dit moment past.
Tevens moet je reëel zijn over wat je moet gaan uitbesteden aan anderen. En van tevoren moet je al in gaan schatten wat je kwijt zult gaan zijn aan de mensen en bedrijven die je in moet gaan huren om bepaalde delen van de restauratie voor je te doen.
Pas wanneer je dit goed in kaart gebracht hebt, kun je gaan kijken in welke staat een klassieker op zijn minst moet verkeren om er een succesvol project van de kunnen maken.
Wanneer je bijvoorbeeld absoluut geen kaas hebt gegeten van plaatwerken en het lassen aan autoplaatwerk, dan is het bijvoorbeeld geen handig idee een oldtimer te kopen waar ernstige roestschade aan zit.
Roestschade zit er aan iedere klassieker wel. Waarbij de kans op roestschade zichtbaar afneemt bij auto's afkomstig is uit zonnige oorden. Wanneer je dan ook niet kan lassen, zou je klassieker bij voorkeur uit dat soort streken afkomstig moeten zijn.
Als je zelf een klassieker wilt gaan opknappen, dan heb allereerst voldoende ruimte nodig. Mensen die zelf een klassiekerrestauratie ter hand hebben genomen zeggen eigenlijk allemaal de je minimaal twee keer de grootte van de te restaureren auto nodig hebt om comfortabel te kunnen werken aan een auto.
Dit betekent dat een gemiddelde garagebox al niet eens groot genoeg is om een auto in te restaureren. Tenzij je voor de garagebox nog een behoorlijk stuk eigen ruimte hebt om wat te doen.
Wat je vooral ook nodig hebt is kwalitatief goed gereedschap. Met een setje ringsleutels van de bouwmarkt kom je er niet. Want met name moersleutels van de bouwmarkt hebben een veel minder goede pasvorm dat professioneel gereedschap dat in de garage gebruikt wordt. Gereedschap dat alleen verkocht wordt bij automaterialenwinkels.
Wanneer je aan een auto gaat werken met gereedschap van de bouwmarkt, zul je al snel van de koude kermis thuiskomen. Vooral bij klassiekers zitten bouten en moeren doorgaans stevig vast en vaak zelfs vastgeroest. De slechte pasvorm van goedkoop gereedschap is er dan ook vaak de oorzaak van dat de kop van een bout of een moer, rondgedraaid wordt, omdat de moersleutel er overheen schiet.
En dan beginnen de problemen pas echt. Want vaak gebeurt dit dan ook nog eens op plekken waar je sowieso al slecht bij kunt.
Verder heb je ook vooral veel stevige dozen, bakjes en kratten nodig waarin je de diverse onderdelen die je demonteert bij elkaar kunt opbergen. Want wanneer je als een wilde een auto uit elkaar gaat halen, weet je binnen de kortste keren niet meer wat bij wat hoort. En zeker na een half jaar niet meer.
Een half jaar, is namelijk toch minimaal de tijd die je voor een klassiekerrestauratie moet uittrekken. Minimaal, want de restauratie van een klassieker valt namelijk zelden mee. Veel tijd en geld verslindende drama's zitten namelijk keurig verscholen achter nog mooi glimmend plaatwerk.
En uiteraard komen werkplaatshandboeken en andere technische documentatie over de auto goed van pas wanneer je de restauratie van een klassieker zelf ter hand neemt. Boeken en documentatie over jouw klassieker vind je op oldtimerbeurzen en bij merkenclubs. Maar uiteraard zul je ook op internet het nodige kunnen vinden.
Begin nooit aan een klassiekerrestauratie om geld te besparen. Want ook al begin je bij een klassieker zelf aan de restauratie ervan, de kosten zullen altijd tegenvallen. Meer dan eens overstijgen de kosten van een volledige klassiekererrestauratie, de kosten van de aanschaf van een reeds gerestaureerd exemplaar.
Een klassiekerrestauratie moet je dan ook echt alleen gaan doen, wanneer je het zelf restaureren van een klassiekers gewoon gedaan wilt hebben in je leven. En een enorme passie hebt voor het merk en type auto dat je op het oog hebt.