De meeste hier worden er zelf mee geconfronteerd wanneer ze besluiten om hun klassieker uit de winterstalling te halen en daar met de Pasen mee gaan te rijden. Meestal rijdt hij niet zo lekker, bonken door platte kant aan band en als je pech hebt ook nog lek. En dan blijkt ook nog je reserve band leeg te zijn.
LEEFTIJD VAN JE BAND CONTROLEREN
Maar goed. De band was dus compleet aan flarden en het karkas hing er gewoon uit. Mijn eigen stomme schuld want ik had duidelijk de banden niet goed gecontroleerd. Gelukkig liep het goed af mede door het feit dat ik niet erg hard reed. Zeker als je auto een tijd stil gestaan heeft en je banden er al een tijd op zitten, is het zinvol om de banden goed te controleren op bulten en onregelmatigheden. Overigens staat de datum waarop je banden gemaakt zijn op de zijkant. Dit is bij elke band verplicht middels de zogenaamde DOT (Department of Transportatoin) code.
De DOT-code is te vinden op de wang van je autoband. Daar zijn nog een aantal meer markeringen te vinden. Hier kun je zien wat voor soort band het is, welk type band je dus kunt monteren als deze versleten is en hoe de band het beste presteert. In de zogenaamde DOT-code is productiedatum van de band vermeld. Tot en met 1999 bestaat de DOT-code meestal uit 3 cijfers. Deze cijfers hebben betrekking op de week en het jaar van fabricage; de twee voorlaatste posities geven het weeknummer aan en de laatste positie het laatste cijfer van het jaartal.
Bijvoorbeeld:
380 = Week 38 van het jaar 1990 of 1980 (als je niet weet of het 1980 of 1990 is dan moet je je sowieso afvragen of het geen tijd is om je banden te vervangen…).
174 = Week 17 van het jaar 1984 of 1974
Vanaf 2000 wordt de DOT-code in vier cijfers weergegeven, de eerste twee cijfers voor de week en de laatste twee cijfers voor het jaar van fabricage.
Bijvoorbeeld:
2801 = Week 28 van het jaar 2001
0711 = Week 07 van het jaar 2011
CODE OP BANDEN
Op je banden staan nog meer tekens die een belangrijke betekenis hebben. Dit staat in de volgorde: Breedte van de band, hoogte van de band, velgmaat in inches met daarbij de snelheidscodering van de band en het draagvermogen.
Snelheidssymbool -> Maximum snelheid in km/u
B Symbool -> 50 km/u
E Symbool -> 70 km/u
F Symbool -> 80 km/u
G Symbool -> 90 km/u
J Symbool -> 100 km/u
K Symbool -> 110 km/u
L Symbool -> 120 km/u
M Symbool -> 130 km/u
N Symbool -> 140 km/u
P Symbool -> 150 km/u
Q Symbool -> 160 km/u
R Symbool -> 170 km/u
S Symbool -> 180 km/u
T Symbool -> 190 km/u
H Symbool -> 210 km/u
V Symbool -> 240 km/u
W Symbool -> 270 km/u
Y Symbool -> 300 km/u
Loadindex(draagvermogen)
Wanneer je banden wat ouder zijn, kunnen ze uitdrogen. Je ziet dan scheurtjes ontstaan in de wang van de band. In ergere gevallen kun je zelfs het karkas door de band heen gaan zien en dit is absoluut gevaarlijk! Je banden regelmatig inspuiten met een onderhoudsmiddel voorkomt uitdroging.
Controleer het profiel van uw banden regelmatig en ontdek wanneer een band vervangen moet worden. Alle banden van personen-, bestel- en vrachtwagens hebben slijtage indicatoren die in het bandenprofiel zijn verwerkt. Deze indicatoren zijn op verschillende plaatsen in de band op de bodem van de profielgroeven aangebracht. Wanneer zichtbaar wordt dat de indicatoren opgaan in het omliggende profiel van de band, is het tijd om deze te vervangen.
Wanneer het profiel van je banden slechts op één of twee plaatsen verslijt, kan dat betekenen dat de band niet de juiste spanning heeft.
CUPPEN OF DEUKEN IN HET PROFIEL DUIDT OP VERSLETEN ONDERDELEN.
Het cuppen van banden (ook wel schulpen genoemd) komt het meest voor bij de voorbanden, hoewel achterbanden ook kunnen cuppen. Het kan betekenen dat de wielen niet in balans zijn, of dat er slijtage is aan de wielophanging of stuursysteem.
ZAAGTAND RANDEN ZIJN EEN TEKEN VAN SLECHTE UITLIJNING.
Hebben de zijkanten van het profiel het uiterlijk van een zaagtand of vogelveer? Dit wordt veroorzaakt door het verkeerd in aanraking komen met het wegdek. De oplossing is aanpassing van de uitlijning. De juiste diepte van het profiel van uw banden is van belang voor de prestaties van de band. Als u bemerkt dat de grip op een natte weg vermindert, kan er te weinig profiel op uw band aanwezig zijn. Als de profieldiepte minder is dan 1,6 millimeter, moet de band vervangen worden.
SLIJTAGE IN HET MIDDEN WORDT VEROORZAAKT DOOR TE HOGE BANDENSPANNING.
Als een band te hard is opgepompt, draagt het midden van de band de zwaarste last en slijt die dus sneller dan de zijkanten. Ongelijkmatige slijtage verkort de levensduur van de band. Controleer de bandenspanning regelmatig. Eenzijdige slijtage kan ook komen door een verkeerde uitlijning of een mechanisch probleem.
SLIJTAGE OP BEIDE SCHOUDERS DUIDT OP TE LAGE BANDENSPANNING
Als uw band er zo uitziet, dan zou hij een te lage bandenspanning kunnen hebben. Te lage bandenspanning verkort de levensduur van de band door verhoogde slijtage aan de zijden van het profiel (ook wel schouders genoemd). Het zorgt ook voor extra warmte, die de duurzaamheid beperkt. Tot slot zorgt het ook voor een hoger brandstofverbruik als gevolg van een hogere rolweerstand (zachte banden laten uw motor harder werken). Eenzijdige slijtage kan ook komen door een verkeerde uitlijning of een mechanisch probleem.
CONTROLEREN VAN HET BANDENPROFIEL
Het loopvlak is het enige deel van de band dat zorgt voor grip op de weg. De profieldiepte van het loopvlak is van kapitaal belang voor de veiligheid. De profieldiepte geeft de staat van de band aan. Rijden met een versleten band verhoogt de kans op een lekke band en aquaplaning, vermindert het rijvermogen in winterse omstandigheden en zorgt voor een langere remweg. Een beperkte profieldiepte in de winter heeft een nadelige invloed op de grip en de controle van het voertuig. Bestuurders die rijden met banden met minder profieldiepte dan de wettelijke limiet, riskeren bovendien een boete.
Om de profieldiepte te controleren, moet je goed zicht hebben op de banden.
Parkeer het voertuig op een vlakke en regelmatige ondergrond.
Zorg dat de handrem aangetrokken is.
Draai het stuur 45° naar rechts of naar links om een duidelijk zicht te krijgen op de te inspecteren band.
Vervolgens kun je de profieldiepte en de staat van de band controleren. Schatten is niet voldoende! Meet de profieldiepte met een makkelijk te gebruiken profieldieptemeter. De banden moeten een profieldiepte hebben van minstens 1,6 mm over hun hele omtrek en op het bandgedeelte dat drie vierde van de breedte van de band beslaat. Controleer de profieldiepte steeds op verschillende plaatsen. Alle banden zijn voorzien van slijtage-indicatoren in hun hoofdgroeven. Als het profiel tot op deze slijtage-indicator versleten is, is de wettelijke limiet bereikt en moet de band worden vervangen. Vraag gerust om advies bij je bandenspecialist.
KAPOT KARKAS, LEVENSGEVAARLIJK!
Wanneer je een keer flink door een kuil gaat of een stoeprand raakt, kan het karkas van je band onherstelbaar beschadigd raken. Het karkas zorgt voor de stevigheid van de band en dat deze onder alle omstandigheden zijn vorm houdt. Wanneer dit karkas beschadigd raakt kan dit voor levensgevaarlijke situaties zorgen. Wanneer het karkas van een band beschadigd is, is dit te zien aan de vorm van de band. De band zal een bult of een kuil hebben, dit kan in de wang zitten, maar ook in het loopvlak. Goed controleren dus en bij twijfel vervangen. Je wilt met banden geen risico’s nemen.